een goed halfuur 1.0
ruim een halfuur; iets meer dan een halfuur
Algemene voorbeelden
'Wat mij kon opluchten was praten over Eva, en daarom zeurde ik een goed halfuur tegen Simon aan, tot hij er genoeg van had.'
'Wat mij kon opluchten was praten over Eva, en daarom zeurde ik een goed halfuur tegen Simon aan, tot hij er genoeg van had.'